December 2015: Het zoeken gaat onverdroten door! ....
Over het algemeen wordt aangenomen dat de O13 vanuit thuisbasis Dundee in een vrijwel rechte lijn naar het patrouillegebied is gevaren en zo ook weer terug zou zijn gegaan. Het zou dan door een Duits mijnenveld zijn gevaren, dat vlak naast het patrouillegebied lag. Maar door nieuwe aanknopingspunten houden de onderzoekers ook rekening met een terugkeer in een grote boog via de Noorse kust.
Het zoeken gaat onverdroten door! .... (December 2015).
Aldus de Groepsoudste Onderzeedienst, Kapitein ter Zee, Hugo L.J. Ammerlaan in zijn nieuwsbrief aan nabestaanden omgekomen onderzeeboot bemanningen: "In het afgelopen jaar is nieuwe informatie naar boven gekomen. We hebben onder meer vanuit Noorwegen gegevens ontvangen over een aantal onderzeebootwrakken, waaronder twee die in de buurt van het zoekgebied liggen en nog niet geïdentificeerd zijn. Ook is een logboek “gevonden” van de Poolse onderzeeboot Wilk. Hierin bleek een notitie te zijn gemaakt over de vermoedelijke positie van de O13 rond de tijd van haar verdwijnen. Aangezien deze ongeveer 30 Zeemijl ten noorden van de tot nu toe aangenomen positie ligt moeten we ons zoekgebied wellicht behoorlijk naar het Noorden verleggen. Dit brengt ons overigens ook dichter in de buurt van de eerdergenoemde wrakken. Zodra zich een goede gelegenheid voordoet zullen we dan ook proberen deze posities te onderzoeken."
De Kapitein verklaart verder in zijn brief: "In 2015 zijn de banden met Poolse- en Finse zoekteams aangehaald. Samenwerking biedt de mogelijkheid doeltreffender zoekacties uit te voeren doordat de krachten worden gecombineerd. Het opsporen en onderzoeken van onderzeeboten krijgt steeds meer internationale aandacht en moderne middelen maken dat dit onderzoek binnen het bereik van meerdere organisaties komt. Een hoopvolle ontwikkeling."
Vriendelijke groet, Hans.
"Om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren". (Pas als je iets ernstig meemaakt, weet je op wie je kan vertrouwen).
Aan boord van een onderzeeboot (Hr. Ms. O13 was een duikboot) is/was alles "volgestouwd" met leidingen, afsluiters/kleppen, motoren en pompen.
Ook het verblijf voor onderofficieren aan boord van de onderzeeboot Hr.Ms. O 13 ontkwam er niet aan.
Rechts in beeld is een schakelbord te zien.
Bron: NIMH.
Vriendelijke groet, Hans.
"Om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren". (Pas als je iets ernstig meemaakt, weet je op wie je kan vertrouwen).
In een berichtje op de website over de O 13 van de heer Rienstra wordt
melding gemaakt van een nieuwe zoektocht in juni aanstaande naar de
eveneens verdwenen Poolse onderzeeër ORP Orzel. Wellicht dat dat ook
nieuw perspectief biedt voor het vinden van onze O 13.
Een andere mogelijkheid is dat de O 13 door de Poolse onderzeeboot Wilk is geramd. De Wilk rapporteerde op 20 juni een onbekende vijandige onderzeeboot te hebben geramd. In de rapportages van de Wilk zitten echter een aantal onduidelijkheden. De beschadigingen aan de Wilk waren dusdanig klein dat het waarschijnlijker is dat ze op een drijvende mijn is gelopen.
Hr. Ms. O13 is tot nu toe niet gevonden en in marinetermen "still on patrol".
Een andere mogelijkheid is dat de O 13 door de Poolse onderzeeboot Wilk is geramd. De Wilk rapporteerde op 20 juni een onbekende vijandige onderzeeboot te hebben geramd. In de rapportages van de Wilk zitten echter een aantal onduidelijkheden. De beschadigingen aan de Wilk waren dusdanig klein dat het waarschijnlijker is dat ze op een drijvende mijn is gelopen.
Het meest gangbare scenario dat de ondergang van de Hr. Ms O-13 verklaart is het zogeheten Wilk-incident. De Poolse onderzeeboot Wilk, evenals de O-13 tot het negende flottielje behorend, was op 19 juni 1940 onderweg naar een patrouillegebied toen men kort na middernacht een silhouet waarnam aan de horizon. Op dat moment beval de Poolse wachtsofficier op de brug volle kracht vooruit te gaan en stuurde de boeg naar stuurboord, op ramkoers. De andere onderzeeboot reageerde minder snel en werd door de scherpe steven van de Wilk geraakt. Op die manier kon een gat in de scheepshuid worden gedrukt. In de dagen na het nachtelijke incident heeft geen enkele onderzeeboot schade gemeld, terwijl de Wilk wel beschadigd raakte bij de aanvaring. Dat doet vermoeden dat de andere onderzeeboot is gezonken. Er voeren op dat moment slechts twee onderzeeboten in dat gebied, op routes die weinig van elkaar verschilden, en dat waren de Wilk en de O-13.
Bron: Trouw (Maarten van Riel, 9 oktober 2012).
P.S. De Poolse wachtsofficier zou Hr Ms O 13 voor een Duitse duikboot aangezien kunnen hebben, gezien het silhouet in het donker.
Vriendelijke groet, Hans.
"Om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren". (Pas als je iets ernstig meemaakt, weet je op wie je kan vertrouwen).
They found many interesting facts about this case. This first part deals with the story of Boleslaw Romanowski, First Officer of Wilk who was on watch in the conning tower when the collision happened. Romanowski wrote a book and articles about his memoirs during war, so we have a basic source for his version.
Romanowski's Version.
"I had the night watch until 04.00hrs. The night was dark and the sea very peaceful[...]
We were only doing 3 knots, so as not to leave a trace behind us. I was at my usual position on the left side of the conning tower, with powerful Barr and Stroud binoculars. The signalman was watching from the right side of the conning tower, and another officer was looking out beyond our stern. It was very quiet[...]
Suddenly the signalman shouted loudly:
-10 degrees, a ship!!
I immediately saw the prow of a small ship. The distance was about 300 meters - too close to fire torpedoes.
"Collide" I decided quickly.
- Hard left! I shouted. - Full speed ahead! I said without taking my eyes off the observed thing.
The diesels suddenly roared loudly. Wilk was slowly picking up speed.
- It's a U-boat! shouted the signalman.
At the same time, I saw the characteristic silhouette of a submarine.
Increase speed quickly! I shouted, - It is diving!!
Wilk was increasing speed and we could see the enemy boat desperately diving to avoid the imminent collision.
After reaching a speed of only 9 knots, the collision occurred. Our bow hit the U-boat in front of her deck gun, just as her deck had disappeared under water and her conning tower was about to submerge. The impact was very powerful. Under my legs I felt a violent shudder, and heard a loud noise and also another strange noise too.
Looking behind I saw that the U-boat had disappeared from the surface, and only a lot of white foam could be seen, but it is difficult to say if the foam was coming from the rammed deck of the U-boat or from her quick diving.
- What happened? Shouted the captain, (Boris Karnicki), who had rushed to the conning tower.
- We ran down a U-boat sir!!![...]
The U-boat was more visible to us than we were to them, as we could see all of her silhouette, but they could see only our bow.
The German saw us at the last moment and made the tragic mistake of diving, instead of remaining on the surface and avoiding the collision by turning left. If we hit her deck, she was probably sunk. Who knows, maybe we turned her upside down and finished her off with our propellers.
But our propellers probably hit the U-boat's conning tower.
All night, and for weeks afterwards, the crew discussed the incident and wondered if the U-boat had been sunk, or was safe somewhere on the sea."
According to Romanowski's version, it is more likely that Wilk hit a U-boat rather than a Dutch submarine.
The Facts.
Let us examine the facts: The important factors are the diving time and the deck-gun.
The Diving Time.
It is known that German U-boats had a big advantage in that they could dive very quickly - in less than 30-35 seconds - unlike Allied submarines which took 50 seconds or more to dive. U-122 was a new type IXB U-boat, commissioned on 30 March 1940. O-13, which was commissioned in the Royal Dutch Navy on 31 October 1931, took much longer to dive.
If we consider Romanowski’s statement that Wilk was 300 meters away from the unknown submarine, and that the enemy's captain saw the Wilk at the last moment and decided to dive, it is obvious that the submarine which was spotted must have had an ability to dive very quickly.
It is worth remembering that Wilk collided with the other submarine while Wilk’s speed was still only 9 knots - a detail that proves how close Wilk and the other submarine were. 300 meters is a not a great distance. Wilk probably reached the other submarine in less than one minute - if not less than 40-50 seconds. (In fact, at 9 knots, it would have taken 65 seconds to cover 300 meters, but as Wilk was accelerating from only 3 knots, it would have taken her a bit longer than this to cover the 300 meters).
If Ltz. I E.H.Vorster, the Dutch commander of O-13, had seen Wilk at the last moment, he would have realized that it would be impossible for him to dive in time to avoid a collision, but with his quicker diving time, a German U-boat commander could make that risky decision, which was to prove fatal.
The Dutch submarine O-13 would not have had a chance to dive, and even if her captain did decide to dive, Wilk would have hit O-13 while she was still on the surface, and not disappearing quickly under the water, as Romanowski described.
The Deck-Gun.
Romanowski and the others on Wilk's conning tower stated that they saw a deck-gun on the submarine they rammed. O-13 did not have a deck-gun!!! (But U-122 did!). O-13 had two 40mm anti-aircraft guns on the front of the conning tower.
Another more interesting photo of O-13, courtesy of the Naval Historical Section, Royal Netherlands Navy, is published in Anthony J. Watts’ book "Allied Submarines". A caption above the photo says: "Note the lack of a deck gun, and hatches protecting retractable 40mm mounts in fore and aft extensions of the conning tower."
In fact in this photograph, O-13’s small guns are hidden, and no gun is visible in the conning tower, unlike the photograph above.
Some might say that Romanowski may have misidentified these anti-aircraft guns on her conning tower as a deck gun, but he was an experienced submariner, and is unlikely to make such a mistake. He was closely watching the unknown submarine all the time through binoculars, and could see her full silhouette from a distance of 300 meters. His view of the other submarine must also have improved as the Wilk closed to ram.
On the other hand O-13 could have hidden her 2x40mm guns. No one said that when a submarine surfaces, and at nights mainly, she must have her guns out of the hatches.
The Pennant Number.
All Dutch submarines, with the single exception of O-13, had pennant numbers painted on the conning tower when the Royal Dutch Navy was operating from Great Britain.
The number "O-13" is clearly visible on the conning tower in the photograph in Watts’ book, but may later have been painted out.
(For some reason which is not clear to me at the moment, O-13 had her pennant number changed to N-13, and this is the number she was displaying when she left Dundee for her last patrol).
We know that some U-boats had numbers and/or emblems painted on the conning tower, while others did not. Pre-war photographs of U-boats, and those taken early in the war, show pennant numbers painted on the conning tower, but at some time during the war, the Germans must have made a decision to stop painting the numbers on the tower, as later photographs do not show numbers.
Neither Romanowski nor anyone else mentioned seeing a pennant number, or any other identifying symbol on the conning tower. If there had been such markings, surely Romanowski would have mentioned it. The fact that he did not, suggests that nothing was painted on the conning tower of the unidentified submarine.
These were the important and basic details of how Wilk hit - very likely 99% certainly - a U-boat, and not a Dutch submarine.
But things are not so simple. We have also another version of the collision that we will discuss in the second part. And also we will consider the possible positions of the both submarines (U-122 and O-13) since nothing is clear about U-122’s route..
Het meest gangbare scenario dat de ondergang van de Hr. Ms O-13 verklaart is het zogeheten Wilk-incident. De Poolse onderzeeboot Wilk, evenals de O-13 tot het negende flottielje behorend, was op 19 juni 1940 onderweg naar een patrouillegebied toen men kort na middernacht een silhouet waarnam aan de horizon.
Uit een inmiddels oud bericht van 24 juli 2012.
De marine heeft vissers, maritieme onderzoekers en offshore-bedrijven gevraagd om in een zorgvuldig uitgekozen gebied opvallende objecten op de zeebodem door te geven. Hiervoor is een zone uitgezet van 25 bij 25 kilometer die op de route van de O-13 lag en bezaaid was met zeemijnen.
Mogelijk is de boot op zo'n mijn gevaren. Een andere theorie wil dat de O-13 is overvaren door de Poolse onderzeeër Wilk. Maar aan dit verhaal wordt al vele jaren getwijfeld. Mogelijk voer de Wilk op een boei.
Maar dan vraag ik mij wel af........ een boei zo ver uit de kust(en)
Vriendelijke groet, Hans.
"Om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren". (Pas als je iets ernstig meemaakt, weet je op wie je kan vertrouwen).
In de Audiovisuele collectie Koninklijke Marine staan een aantal links waarmee je films kunt downloaden van reizen die onderzeeboot Hr. Ms. O13 in 1939 naar Ned. West-Indië gemaakt heeft.
Deze links werken helaas niet meer correct.
Vanwege gebleken belangstelling zijn de correct werkende download-links hieronder herhaald:
Reactie